-
1 am angeführten Ort
ter aangehaalde plaatse, t.a.p.———————— -
2 a.a.O.
-
3 am angegebenen Ort
-
4 anführen
anführen♦voorbeelden:am angeführten Ort • ter aangehaalder plaatseeinen Vers anführen • een vers aanhalen, citerenetwas zu seiner Entschuldigung anführen • iets tot zijn verontschuldiging aanvoeren -
5 angeben
angebenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 opgeven, vermelden ⇒ noemen, zeggen3 aangeven, aanduiden ⇒ aanwijzen, markeren♦voorbeelden:1 seinen Wohnort angeben • zijn woonplaats opgeven, vermeldenetwas als Grund angeben • iets als reden opgeven, noemen2 den Kurs angeben • de koers aangeven, bepalen -
6 ebenda
Перевод: с немецкого на все языки
со всех языков на немецкий- Со всех языков на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский